SER wil verandering binnen MBO
Docenten zijn optimistisch gestemd over de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Bedrijven zijn iets minder positief. "Bedrijven moeten beroepsopleidingen duidelijk maken wat voor soort toekomstige werknemers zij wensen." Dat zegt de Sociaal-Economische Raad (SER) in een advies aan het kabinet over de toekomst van het beroepsonderwijs.
Onderwijs vs. Bedrijfsleven
Op de vraag of het onderwijs goed aansluit op de arbeidsmarkt, antwoordt een grote meerderheid van de docenten (72%) die meededen aan het Nationaal Stage Docenten Onderzoek van Stageplaza.nl positief. 17% van de respondenten is van mening dat de aansluiting te wensen overlaat, de overige 11% twijfelt. Uit het laatste bedrijvenonderzoek van Stageplaza.nl blijkt dat bedrijven hier anders over denken. Bijna 40% van de bedrijven is van mening dat het onderwijs niet goed aansluit op de arbeidsmarkt.
"Mbo te ver van praktijk"
Volgens de SER staat met name het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) tegenwoordig te ver af van de praktijk. Door de financiering van mbo-opleidingen mede afhankelijk te maken van de beoordeling van lokale en regionale werkgevers, kan de kloof worden verkleind, zo meent de SER. Mbo-opleidingen hebben zelf het gevoel dat zij te veel als vangnet dienen voor kinderen die geen kant meer op kunnen, zo constateert de SER. De stages die onderdeel zijn van de opleiding worden door de bedrijven die er aan meedoen vaak gezien als een verplichting.
Meer allure
Het beroepsonderwijs op laag niveau wordt al heel lang gezien als het afvoerputje van onderwijsland. De SER zegt in zijn advies dat dit flauwekul is. Volgens de raad moeten juist jonge mensen die met hun handen willen werken, worden geholpen naar een baan in bedrijven die zitten te springen om technisch geschoolde jongens en meisjes. Het mbo zou als vervolg van het vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs) meer allure moeten krijgen. Hierdoor zou de doorstroming naar hogere niveaus van het beroepsonderwijs aantrekkelijker en eenvoudiger worden.
Bron: Parool.nl