Mobiliteit student in gedrang
Naar aanleiding van het Verdrag van Bologna is zeven jaar geleden definitief het Bachelor/ Master systeem op de Europese universiteiten ingevoerd. Het systeem zou o.a. tot grotere mobiliteit van studenten moeten leiden. Nu, 7 jaar later, blijkt het aantal Nederlandse studenten dat een studieperiode in het buitenland volgt niet noemenswaardig te zijn toegenomen. Nederland dreigt hierdoor niet bij te dragen aan de Europese doelstelling om in 2020 minimaal 20% een studieperiode in het buitenland te laten volgen.
Nederlandse universiteiten passief
Als voornaamste reden voor het uitblijven van de groei wordt de passieve houding van de Nederlandse universiteiten genoemd. Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) geeft hier als voornaamste reden voor dat universiteiten studenten na de bachelor liever een master aan de eigen universiteit zien volgen. "Elke student levert geld op, dus waarom zouden ze hen motiveren weg te gaan" alsdus het ISO.
Europees hoger onderwijs gaat concurentie VS aan
In 1999 hebben 46 landen het verdrag van Bologna gesloten. In dit verdrag zijn verschillende afspraken gemaakt over de herstructurering van het Europese hoger onderwijs. Zo is naar aanleiding van het verdrag het 'Angelsaksische' Master/ bachelor systeem in alle 46 Europese landen ingevoerd. Het verdrag zou verder tot een verbeterde concurrentie positie ten opzichte van bijvoorbeeld de Amerikaanse top universiteiten moeten leiden.
Doelstelling verdrag haalbaar?
Afgelopen mei werd er met het Verdrag van Leuven na 10 jaar opvolging aan het verdrag van Bologna gegeven. In dit verdrag hebben de deelnemende landen ondermeer afgesproken dat in 2020 minimaal 20% van de studenten een studieperiode in het buitenland moet volgen.
Waar het aantal stagiaires dat een stage in het buitenland loopt toeneemt blijft de buitenlandse studieperiode in vergelijking achter. Er zal in Nederland echter nog heel wat moeten veranderen om ook hier bij te kunnen dragen aan het vereiste Europese gemiddelde.
Bron: Volkskrant