Tevredenheid studenten onderzocht
Twee derde van alle studenten binnen het hoger beroepsonderwijs is over het geheel genomen tevreden over de opleiding. Een op de vijf studenten is neutraal en een op de zeven geeft aan ontevreden te zijn. Dat blijkt uit het landelijk onderzoek uitgevoerd over de studenttevredenheid binnen het hoger beroepsonderwijs. Dit wordt sinds vorig jaar uitgevoerd. Aan de 25 aan het onderzoek deelnemende hogescholen studeert 78,2% van alle hbo'ers. Met een respons van 27,8% hebben bijna 80.000 studenten aan het onderzoek meegewerkt.
Meest tevreden over onderwijs zelf
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat studenten het meest tevreden zijn over het onderwijs zelf. Zowel de inhoud van de opleiding, de gerichtheid op de beroepspraktijk als de tevredenheid over de docenten halen bovengemiddeld positieve scores. Studenten zijn vaker ontevreden over onderwerpen die met informatievoorziening en communicatie te maken hebben. De informatievoorziening door de opleiding, de roosters en de betrokkenheid bij de verbetering van de opleiding worden bovengemiddeld vaak negatief beoordeeld.
Ten opzichte van 2008
De gemiddelde tevredenheid van de studenten is stabiel gebleven ten opzichte van 2008. Op een aantal specifieke punten zijn echter wel duidelijke verschuivingen te zien. Zo zijn de oordelen over het contact met de beroepspraktijk en de aansluiting van stages bij het onderwijs verbeterd en zijn de studenten vaker tevreden over de tijdige bekendmaking van de (toets)roosters. Daarnaast krijgen de meeste faciliteiten een betere beoordeling dan vorig jaar: onderwijsruimten, ICT-voorzieningen, informatiebalie en studentenadministratie. De restauratieve voorzieningen worden echter minder goed beoordeeld. Tenslotte vinden minder studenten dat de opleiding te doen is in de tijd die ervoor staat; de studielast wordt dus als zwaarder ervaren.
In percentages
Studenten zijn meer dan gemiddeld tevreden over de gerichtheid op de beroepspraktijk (63% positief; 14% negatief), de inhoud van de opleiding (57% positief; 17% negatief), de docenten (57% positief; 14% negatief), de overige faciliteiten (56% positief; 12% negatief) en de studiefaciliteiten (55% positief; 18% negatief).
Dat is niet het geval bij de wijze van toetsing en beoordeling (45% positief; 24% negatief), de roosters (44% positief; 29% negatief) en de betrokkenheid bij de verbetering van de opleiding (42% positief; 25% negatief). Deze aspecten worden bovengemiddeld vaak negatief beoordeeld.
De minst goede beoordeling krijgt de (totale) informatievoorziening door de opleiding. Daarover zijn drie van de tien studenten (30%) ontevreden, tegenover 38% die positief oordelen.
bron: Hbo-raad.nl