Animo Erasmusbeurs dalende

Door Bregje Rooijendijk - 26 Juni 2008 13:59 - 1698 vertoningen

Steeds minder Nederlandse studenten gaan een tijdje in een ander land studeren met een Europese beurs. Nederlanders zoeken het liever verder weg. Waar er in het studiejaar 2005-2006 nog 4607 beurzen aan Nederlandse studenten werden verstrekt, waren dat er in het afgelopen studiejaar nog 4501.

Europees zakcentje

De Erasmusbeurs van de EU is voor studenten of stagiairs die een tijdje in een ander land van de Europese Unie willen studeren of stage lopen. Universiteiten en hogescholen die aan het programma meewerken maken onderling afspraken over het aantal studenten dat ze uitwisselen. Vaak kunnen studenten de studiepunten die ze in het buitenland behalen mee terugnemen naar Nederland. Het budget voor de beurzen wordt toegekend aan de onderwijsinstellingen. Zij bepalen de hoogte van de beurs, die onder meer afhankelijk is van het aantal studenten dat een beurs krijgt. Het beursbedrag is minimaal 250 euro per maand.

Europeanisering leidt tot globalisering

Nuffic, de Nederlandse dienst voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs ziet ondanks de voorzieningen een daling in het aantal aanvragen. "Europa is voor Nederlandse studenten gewoner geworden, daarom gaan ze liever wat verder weg studeren", zegt algemeen directeur Sander van den Eijnden van het Nuffic. Ook voor dit jaar verwacht Nuffic een daling. In de meeste andere landen neemt het aantal Erasmusbeurzen juist toe. Van den Eijnden zegt dat dit komt doordat het onderwijsaanbod in Nederland steeds Europeser is geworden, waardoor studenten voor een Europese ervaring niet altijd meer naar een ander Europees land toe hoeven. "Het lijkt tegenstrijdig, maar het is de Europeanisering van het Nederlandse onderwijs ten voeten uit. Europa is gewoner geworden, Nederlandse studenten zoeken het verderop en gaan bijvoorbeeld naar de Verenigde Staten", aldus van den Eijnden.

Kwaliteitsmeting

Ondertussen groeit het hoger onderwijs in de Europese landen steeds meer naar elkaar toe. "Internationalisering in termen van het aantal buitenlandse studenten in Nederland is bijvoorbeeld grotendeels een Europese aangelegenheid. Van de 50.000 buitenlandse studenten zijn er 35.000 Europees. Het bachelor-mastersysteem vergroot de mobiliteit van Nederlandse en buitenlandse studenten aanzienlijk. En het systeem van diplomawaardering ontwikkelt zich sterk. Maar de Europeanisering zal nationale onderwijskenmerken niet wegdrukken. Nederland doet het in Europa niet slecht als het om onderwijs gaat. Als we die kwaliteit willen behouden moeten we weten wat samenwerking met andere Europese landen ons oplevert. Internationalisering in Europa is niet: zet zoveel mogelijk internationale studenten in een klas en klaar is kees. Die aanpak zou studenten achterop brengen."

Bron: NRC.nl