Minimumloon afgeschaft voor starters?
Steeds meer starters solliciteren op stages na hun afstuderen, omdat zij niet aan een baan kunnen komen door gebrek aan werkervaring. Uit cijfers van Stageplaza blijkt dat zij gemiddeld een stagevergoeding van €550 euro ontvangen en 34,5% van de stage lopende starters ontvangt zelfs helemaal niets. De werkgevers voldoen dus niet aan het wettelijk gestelde minimumloon. Géén probleem volgens minister Asscher, want het gaat om een stage, waarbij een vergoeding niet verplicht is. Echter, bij navraag aan de inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijkt het tegendeel.
Afgestudeerden hebben steeds meer last van de economische crisis bij het vinden van een baan. Het gebrek aan banen en werkervaring doet veel starters besluiten om stage te gaan lopen om op deze manier toch relevante werkervaring op te doen. Uit cijfers van Stageplaza blijkt dat maar liefst 82,2% van de 2.145 ondervraagde studenten bereid is stage te lopen na het afstuderen. De gemiddelde stagevergoeding die zij hiervoor ontvangen ligt ver onder het minimumloon.
Tweede Kamerlid Ulenbelt (SP) stelde Kamervragen aan minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat steeds meer jongeren gratis stage lopen. Minister Asscher vindt het denkbaar dat afgestudeerden jongeren alternatieve oplossingen aangrijpen om hun kennis actueel te houden. “Er zijn ook jongeren die in plaats van een onbetaalde stage vrijwilligerswerk verrichten om werkervaring op te doen. Ook vrijwilligerswerk is gratis.” Op de vraag ‘waarom werkgevers reeds afgestudeerde jongeren die een onbetaalde stage lopen niet het wettelijk minimumloon hoeven uit te betalen?’ gaf hij de volgende reactie: “Voor het verrichten van een stage is het van essentieel belang dat een stagiair zich duidelijk onderscheidt van een ‘gewone werknemer’.” Organisaties en bedrijven die geen vergoeding betalen aan afgestudeerde jongeren hoeven dan ook niet aangepakt te worden, omdat deze wettelijk niet verplicht zijn een stagevergoeding of minimumloon uit te keren.
Stageplaza zette vraagtekens bij deze antwoorden en deed navraag bij een expert van de inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. “Het is in beginsel niet mogelijk om iemand, zonder dat deze persoon studeert, onder het noemer stage werkervaring te laten opdoen. Zij brengen in een bedrijf dezelfde rechten en plichten met zich mee als werknemers. De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag is dan (in beginsel) ook gewoon van toepassing. Een stagevergoeding lager dan het Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag is dan ook niet toegestaan.” aldus de inspectie. Bij het lopen van stage moet er dus sprake zijn van het voltooien van een opleiding, wat bij afgestudeerden niet meer het geval is.
Toch werken jongeren graag mee aan de constructies die bedrijven bedenken. Een studie gerelateerde stage gebruiken zij om extra ervaring op te doen en een netwerk op te bouwen. De bijna afgestudeerde literatuurwetenschappen student Mariska is één van hen. “Het lastige is dat mijn WO studie vrij theoretisch is en daarbij praktische ervaring ontbreekt. Ik ben sterk met taal en teksten en hoop via een stage meer werkervaring op het gebied van communicatie, pr en evenementen op te doen.” Laurance Kema, afgestudeerd als HBO International Business & Communications student, kampt met een soort gelijke situatie. “Na mijn studie was ik op zoek naar een parttime baan, maar liep tegen verschillende dingen aan. Het grootste probleem is het gebrek aan ervaring, zelfs bij startersfuncties werd minimaal 2 jaar werkervaring vereist. Ondanks het feit dat ik verschillende stages heb gelopen, waarvan één zelfs bijna een jaar lang, kwam ik niet in aanmerking. Om mezelf te blijven ontwikkelen wil ik opnieuw gedurende één jaar stage gaan lopen, tegenover een kleine vergoeding al dan niet gratis.”
Stageplaza ziet zowel een toename in het aantal afgestudeerden die stage wil lopen als bedrijven die starters als stagiair willen aannemen. Steeds meer starters en bedrijven bellen en vragen naar de mogelijkheden. Echter, uit de reactie van minister Asscher blijkt dat er veel onduidelijkheid is omtrent dit onderwerp. Op dit moment kan er geen concreet antwoord worden gegeven op de deze vragen, zolang er geen eenduidig antwoord wordt verstrekt vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.